Begin november, tijd van melancholie, even stilstaan bij de vergankelijkheid en een moment van stilte voor degene die ons verlaten hebben.
Woorden van zenmeeester Reigen Wang-Genh in een onderricht tijdens de meditatie.
Bij de begrafenisplechtigheid van een geliefde zei Victor Hugo:
“Het wonder van dit grote vertrek, de dood genoemd, is dat degenen die vertrekken niet vertrekken. Wie u ook bent, die een geliefde in het graf heeft zien vallen, denkt niet dat u door hem bent achtergelaten. De schoonheid van de dood is de aanwezigheid. Het wezen waar we om huilen is verdwenen, maar niet vertrokken. We zien zijn lieve gezicht niet meer, maar we voelen ons onder zijn vleugels. De doden zijn de onzichtbare, maar zij zijn niet de afwezigen. ”
Wat Victor Hugo zegt hebben we allemaal gevoeld en ervaren. Wat onzichtbaar is geworden, is niet afwezig. Degenen die blijven voeden zich met degenen die vertrekken, degenen die vertrekken leven via degenen die blijven.
Zolang we wezens afzonderlijk beschouwen, zolang we individualiteiten zien, zijn er de doden en de levenden. Er zijn mensen die er zijn en mensen die er niet meer zijn. Er is geboorte en dood.
Maar als we de eenheid, de harmonie van de wezens onderling zien, de onzichtbare maar zo aanwezige spirituele band, in de ruimte maar ook in de tijd, dan keren we ons leven naar de Boeddha.
Het lichaam van Boeddha’s realiteit manifesteert zich in het verleden, het heden en de toekomst, met de kracht van Boeddha’s welwillendheid”.
Zijn Ontwaken is ons Ontwaken. Zijn aanwezigheid is onze aanwezigheid.